De Valk Wekerom Uw partner in diervoeders.
De Valk Wekerom Kwaliteit, continuïteit en betrouwbaarheid staan centraal.
De Valk Wekerom Gespecialiseerd in mengvoeders.

‘Zolang ik hier zeugenhouder ben ga ik er 100% voor!’

Een gedreven en tevreden klant. Zo kun je het bedrijf van Dick en Sandra Hazeleger uit Otterlo met een gerust hart noemen. Al 65 jaar betrekt het fokzeugenbedrijf het voer van De Valk Wekerom. ‘Waarom zou je weggaan als de technische resultaten alleen maar vooruitgaan?’, klinkt het retorisch.

 

Het gezin en het bedrijf

 

Dick (53) en Sandra (47) hebben drie kinderen. Céline (23) studeert politicologie, Ruben (20) studeert logistics management en Jasmijn (16) gaat na het examen havo farmacie studeren. Op de dag van het interview telde het bedrijf 450 zeugen en 1.920 gespeende biggen. De boerderij heeft 18 hectare grond in gebruik (12 ha eigendom). Die wordt verhuurd voor de verbouw van mais, voederbieten, gras en het uitbrengen van de drijfmest. Het bedrijf is lid van De Keten Duurzaam Varkensvlees, dat staat voor een duurzame manier van varkens houden. In 2004 hebben ze een nieuwe woning gebouwd. Het voormalig ouderlijke huis verhuurt Sandra als vakantieboerderij voor maximaal twaalf personen. ‘Een goede en leuke nevenactiviteit’, zegt ze.

Dick is wekelijks minimaal zo’n 60 uur aan het werk op zijn bedrijf. ‘Wat doe je dan allemaal? vragen mensen me wel eens. Dan som ik op: biggen laden, biggen behandelen, biggen spuiten, enten, spenen, stallen schoonmaken, zeugen insemineren, voerbeurten controleren, geboortes controleren, staarten couperen en blikken. Na een productieve week is het op zaterdag van belang om eventueel een pleegzeug te maken. Dat doen we omdat we niet willen werken met melk en gespecificeerde systemen daarvoor. Natuurlijk, 60uur per week is best veel. Maar ik geniet van het werken in de stal. Zeker als de technische resultaten goed zijn. Bovendien heb ik acht uur in de week hulp en doet Sandra de administratie.’

 

Uitbreiden

Het boeren en het ondernemen zit Dick in het bloed. Al op zijn 13 e hielp hij thuis op de boerderij. En op zijn 21 ste kocht hij biggen van zijn vader en bracht die onder bij huurstallen in de buurt. Zo bracht hij zijn eigen vleesvarkens groot. In 1994 ging hij een maatschap aan met zijn ouders en in 2006 nam hij het bedrijf over. ‘Dat telde toen 300 zeugen én 35 koeien. Dat was te veel werk voor één persoon. In 2011 besloten we de 35 melkkoeien af te stoten. Als we daar verder mee hadden willen gaan, hadden we uit moeten breiden tot minimaal 100 stuks melkvee en een nieuwe stal moeten bouwen. In plaats daarvan besloten we het aantal zeugen uit te breiden van 300 naar 450 stuks.’

Uitstekende resultaten

Dick maakt veel uren in en rond de stal. En perfectionist als hij is, laat hij daarbij niets aan het toeval over. ‘Als ik het niet vertrouw, soms ruik ik in de stal dat iets niet goed is, onderneem ik onmiddellijk actie. Ook overleg ik regelmatig met de dierenarts en buitendienstmedewerker Marcel Witteveen van De Valk Wekerom. Je kunt het werk wel afraffelen, maar ik doe liever één ding serieus en goed.’ Zijn inzet en manier van werken betaalt zich uit in uitstekende resultaten in de stal: 33,2 biggen per zeug terwijl het landelijke gemiddelde 30,2 is. ‘Ik weet nog dat we in 2001 23 biggen per zeug hadden. Het gemiddelde lag toen op 22,5. Dat we nu op ruim 33 zitten, is onder andere het gevolg van een hoog aantal levend geboren door genetische vooruitgang. Maar het komt in ons geval ook door weinig uitval.’

 

De kunst

Marcel Witteveen bezoekt Dick en Sandra regelmatig om zaken te bespreken en te adviseren. Hij vertelt: ‘Elke stal is weer anders. Je kunt wat dat betreft een stal ook niet kopiëren. Je hebt met zoveel verschillende aspecten te maken, zoals het soort en de grootte van een stal en het type zeugen. Daar stemmen we allereerst het voer op af. Vervolgens gaan we op basis van de technische resultaten de zaken finetunen. Bijvoorbeeld wanneer de zeugen drachtig zijn. Je moet voortdurend dingen aanpassen.’ Dick vult aan: ‘Een zo goed mogelijk big tegen een zo laag mogelijke kostprijs produceren. Dat is de kunst. Kijk, je kunt wel voor het duurste voer kiezen, maar dat leidt niet altijd automatisch tot meer opbrengsten per zeug. Dus uiteindelijk schiet je daar niet altijd iets mee op. Over dat soort zaken denk ik veel na als ik aan het werk ben.’

 

Opvolger

Dick en Sandra hebben drie kinderen, maar daaronder zijn geen bedrijfsopvolgers. Zij zien ook de toenemende regeldruk en de wisselende biggenprijzen en de daarbij horende onzekerheid. Dick en Sandra hebben geen moeite met die onzekerheid: ‘Of je nu hard werkt of niet, de opbrengst fluctueert altijd. Daar houd je rekening mee. We hebben een positieve instelling en willen vooruit. Zolang ik hier zeugenhouder ben, gaan we 100 procent voor onze toko!’