Alternatieve voedergewassen
Om de eiwitproductie te verhogen zijn er verschillende mogelijkheden. Eén daarvan is het gebruik maken van alternatieve voedergewassen. Welk alternatief gewas bij een bedrijf past ligt met name aan welke gewassen
er al geteeld worden en welk grond soort. De mate van nodige maatregelen is afhankelijk van de nodige eiwit verhoging. Met behulp van literatuur studie is er een inschatting gemaakt van de opbrengsten van elk gewas. Samen met de grasopbrengst geeft dit de jaarlijkse eiwitproductie per hectare per jaar weer. In tabel 3 zijn de resultaten van de berekeningen te
zien met 20% en 40% alternatief voedergewassen van het areaal.
Hoe groter het aandeel van het voedergewas hoe beter het effect
merkbaar is. Er is gekozen om gras als basis te gebruiken. Uit de tabel
is op te maken dat klaver, luzerne en veldbonen het grootste effect
hebben op de eiwitproductie. Lupine en snijmais scoren het laagst. Bij snijmais komt dit door het lage RE-gehalte per kg droge stof. Bij lupine komt dit door de lage droge stof opbrengst per hectare.
Klaver en luzerne
Zoals af te lezen uit tabel 4 hebben klaver en luzerne het grootste effect op de eiwitproductie van eigen land. Ook valt af te lezen welke combinaties van gewassen voldoen bij de verschillende klasse in intensiteit per hectare. De teelten klaver en luzerne passen goed in een bestaande bedrijfssituatie. Met de huidige mechanisatie kun je hiermee goed uit de voeten. Alleen is het van belang dat er zorgvuldig met het gewas wordt om gegaan, omdat door het gewas intensief te bewegen het blad loslaat van de stengel. En in het blad zit het meeste eiwit.
Kortom, een groot gedeelte van de melkveehouders voldoen al aan de nieuwe norm van 65% eiwit van eigen land. Waarbij bemesting, maaimoment en alternatieve voedergewassen veel kansen bieden om de eiwitproductie van eigen bodem te verhogen. Wel vraagt het de nodige kennis en ervaring om dit te laten slagen. Informeer hiervoor bij uw rundveevertegenwoordiger.
Tips voor een hogere eiwitbenutting
-Stem uw maaimoment af op uw rantsoen, de benodigde kwaliteit gras is afhankelijk van de hoeveelheid gras in uw rantsoen.
-Vraag advies voor juiste en passende bemesting voor uw bedrijfssituatie.
-Mest verdunnen met water zorgt voor een betere benutting van de mest.
-Grasland vernieuwing is meer dan ooit aan de orde. Nieuwe grassen hebben potentieel hogere eiwitopbrengsten.
– Kijk kritisch naar de droogte schade van uw grasmat, eventueel is scheuren of door zaaien noodzakelijk.
-Zaai bestaand grasland door met een grasklaver mengsel waardoor u tevens ook minder kunstmest hoeft te gebruiken.
-Neem grondmonsters om te analyseren of uw bodem optimaal is, en om te kijken waar potentiële verbeteringen zitten (pH en mineralen).
-Werk aan meer organische stof in de bodem, zodat in natte en droge periode minder structuur schade optreedt.
-Stem de keuze voor een alternatief voedergewas af op uw bedrijfssituatie en grondsoort
-Pas wisselteelt toe in uw bouwplan.
-Sluit (driejarige) buurtcontracten af met collega’s in een straal van 20 kilometer voor aankoop van (ruw)voer.
-Kijk met behulp van de Kringloopwijzer waar er voor uw bedrijf verbeterpunten liggen in de stikstofkringloop.
-Verhoog de leeftijd van uw veestapel. Ouder vee gaat efficiënter om met eiwit.
– Verlaging van het stikstofgehalte in het rantsoen.
Voor passend advies op uw eigen bedrijfssituatie raadpleeg een van onze rundvee vertegenwoordigers.