Van snijmais was de opbrengst dit jaar gemiddeld 30% minder, met een extreem grote variatie in voederwaarde. Enerzijds zijn er kuilen met een laag zetmeelgehalte. Dit komt vooral doordat mais vroeg geoogst is. Als gevolg van gebrek aan vocht is de kolfzetting niet tot stand gekomen. Het droge stof gehalte van deze kuilen is laag. De suiker bevindt zich dan voornamelijk nog in de plantsappen en is nog niet omgezet in zetmeel. Deze suiker is tijdens het inkuilproces wel weer grotendeels omgezet in melkzuur. Desondanks is het suikergehalte van deze kuilen naar verhouding hoog. Anderzijds zijn er maispercelen die wat later geoogst zijn en die een hoger droge stof gehalte hebben. Die kuilen bevatten nog redelijk wat zetmeel. Maar over het algemeen bevat de snijmais gemiddeld minder zetmeel. Het rantsoen dient hiervoor aangepast te worden. Overleg met uw buitendienstman wat de mogelijkheden zijn.
Sorghum
Dit jaar heeft een aantal klanten van De Valk Wekerom voor het eerst sorghum geteeld. Dit gewas werd, als gevolg van de koudegevoeligheid, in de tweede helft van mei gezaaid. De ervaring leert dat de beginontwikkeling van het gewas traag is. Het is dus zaak om het onkruid en eventueel vraat goed in de gaten te houden. Het gewas is smakelijk en ook kraaien lusten het graag. Voor de onkruidbestrijding zijn er komend seizoen meerdere bestrijdingsmiddelen beschikbaar en toegelaten. Sorghum heeft minder te lijden gehad van de droogte dan mais. Dit komt door een betere en diepere beworteling. Het advies is om het gewas op de hogere percelen te verbouwen. Indien de bodemtemperatuur en de weersverwachting goed zijn, kan het inzaaimoment naar de eerste helft mei verplaatst worden.